Juli 2020

Ik reis naar de maan en daar staat links van mij een grote stevige hoekige figuur. Hij voelt mannelijk en enorm. Ik voel hem lichamelijk ook links van me ter hoogte van mijn nek/hals. Het is bijzonder om hem zo fysiek te voelen en in bewustzijn waar te nemen. Ben jij mijn poortwachter? Vraag ik hem. Een gedachte die uit het niets op komt. Dat blijkt hij inderdaad te zijn en ik zie naast hem poortdeuren verschijnen. Waar leidt deze poort naar toe? Vraag ik hem.

Ik krijg de indruk dat achter deze poort zich een nieuw bewustzijn zal onthullen. Ben ik daar klaar voor? Misschien, misschien ook niet. Het doet er eigenlijk niet toe. De poort is er. Ik mag er doorheen. Natuurlijk doe ik dat, nieuwsgierig als ik ben. Ik zeg de poortwachter dat ik de poort door wil, de deuren zwaaien open en een enorme hoeveelheid betoverend wit/blauw licht komt me met kracht tegemoet. En als je dan bedenkt dat de poortwachter en ik ons in schemerachtig licht bevinden dan besef je mogelijk nog beter de impact van dit licht. Ik blijf op de drempel staan. Het geeft me de tijd om even te wennen, maar ook om moed te verzamelen. Dan begeef ik me in het licht. Ik word er helemaal door opgenomen. Waar ik eerst nog blauw zag, lijk ik nu alleen nog maar wit licht te ervaren. Ook hier heb ik weer even tijd nodig om te wennen. Terwijl het licht op me inwerkt voel ik hoe er iets verschuift in mijn bewustzijn. Alsof ik ergens in afdaal. Dan lijkt er een figuur aan me te verschijnen. Ze voelt vrouwelijk. Ik neem haar waar als een vorm in het witte licht. Glooiende belijning. Ze beweegt zich naar me toe zonder in te houden. Ik krijg het gevoel dat ze door me heen zal gaan, zo snel gaat het. Maar dan houdt ze halt midden in mij.

Wie ben je, vraag ik. Ik ben jou, zegt ze. Welke versie van mij is zij? Soms vraag ik me af hoeveel versies van mij er zijn, waar ze vandaan komen, wat ze me brengen. Het is een verrassend onderdeel van mijn bestaan, wat eigenlijk in zijn geheel behoorlijk verrassend is.

Goh, ze voelt zo helder, groot ook, met een enorme rust en wijsheid. Blijf je bij me, vraag ik haar. Weer zegt ze: ik ben jou. En ze laat me voelen dat ik door het openen van de poort nu toegang tot haar heb. Ze was er altijd al in afwachting van het moment waarop ik mijn bewustzijn voor haar zou openen. Wat breng je mij? Stabiliteit, levensvreugde, plezier, ongekende mogelijkheden, een groter kosmisch bewustzijn.

Wat maakt dat ik deze ervaring heb te delen? De wereld in mag brengen? Op jouw schouders rust de taak om het bewustzijn van mensen vleugels te geven. Is het antwoord wat ik krijg.

Ik heb nog wat moeite met het feit dat mijn verhalen zoveel over mij gaan, mijn ervaringen. Het voelt wat navelstaarderig. Terwijl ik daarover met haar in gesprek ben, voel ik hoe ze uit mijn lichaam mijn onzekerheid hierover opdiept en verwijderd. Dat dient me niet meer. Dit is wat ik heb te doen. Naast no-nonsense voelt het ook liefdevol. 

Dan is het tijd om deze plek te verlaten. Het heldere licht draag ik nu in mij mee. Ik overhandig de poortwachter wat van het licht om hem te bedanken en zie hoe het hem ook oplicht. Dan verlaat ik de maan weer door in mijn piramide te stappen en af te dalen. Ik sluit deze verbinding tot de volgende maanreis.