Vandaag is het een jaar geleden dat Addie, mijn bonusmoeder, haar fysieke lichaam achter zich liet. Het was haar grote verlangen om haar zieke lijf en daarbij het leven hier op aarde te verlaten. Ze was op.
Toen ze mij een paar maanden eerder vroeg of ik bij haar sterven aanwezig wilde zijn, heb ik er heel bewust over nagedacht wat ik nodig had om daar op een goede manier bij te kunnen zijn.
Ik wilde graag de ruimte waarin zij zou sterven voorbereiden voor dat moment. Door er een fijne plek van te maken met bloemen, kaarsen, geuren en zachte materialen. En er daarnaast in energie een rituele ruimte van te maken. Zij vond dat een heel fijn idee.
Voor mij was het een prettige manier om me voor te bereiden op haar overlijden. Mooie spulletjes aanschaffen, bloemen regelen, de kamer opruimen en schoonmaken. Ik kon daar al mijn liefde voor haar kwijt.
Een paar dagen voor haar overlijden werd me ‘s nachts duidelijk gemaakt dat ik haar wezen zou begeleiden tijdens haar overgaan. Dat was de afspraak die we ooit -heel elders- hadden gemaakt.
Ze was geraakt toen ik haar dat vertelde op de ochtend van haar sterven. Het raakte mij ook om dit te kunnen doen voor haar. Addie had geen helder idee over het leven na de dood. Ze hoopte vooral bepaalde mensen niet nogmaals te hoeven ontmoeten. Wel voelde ze dat er altijd een engel bij haar was.
Terwijl ik met Henri de slaapkamer aan het aankleden was, hoorde ik Addie tegen mijn vader zeggen dat er helemaal geen gebak was. Een poosje later stapten mijn jongste broer en zijn zwangere vriendin het huis binnen, een grote doos tompoezen van de befaamde Maassluise bakker in zijn handen. Dat was dus nog even geregeld.
Er werden tompoezen gegeten. Addie wilde nog een keer de muziek keihard aan, nummers die op haar uitvaart zouden worden gedraaid. Ik vroeg haar ten dans. We huilden terwijl zij nog eenmaal haar longen uit haar lijf zong. ‘Ik heb je lief, zoooo lief!’ Daarin legde ze nog een keer al haar liefde voor haar zoon. Zo hartverscheurend mooi.
En toen was het moment daar. Iedereen had afscheid van haar genomen. ‘Kom maar!’, riep ze. Met z’n allen stonden we om het bed, mijn vader liggend naast haar. Ze bedankte de dokter voor wat hij ging doen en zei gedag. Medicijnen werden toegediend. Haar laatste woorden: ‘Oooh heerlijk!’
Zachtjes trok het leven uit haar. In een ander bewustzijn liep ik naast haar naar de poort. Voelde ik onderweg hoe de verbinding tussen haar en mij via Andromeda loopt. Daar kennen we elkaar van. Ik begrijp direct waar haar soms bijna kinderlijke blijheid en enthousiasme vandaan kwamen.
Op de drempel aarzelt ze, blijft staan, wacht. Het is oké, ga maar! zeg ik.
Even later gaat ze, draait zich nog even om en zwaait. Ik vertel de anderen wat ik zie gebeuren. Niet veel later stopt haar hart volledig met kloppen. Vaarwel Addie!
In de dagen na haar overlijden komt ze elke ochtend even bij me en krijg ik een opdracht van haar. Soms heeft haar fysieke lichaam iets nodig in energie, het branden van kaarsen is van belang en de kist moet meer open. Ze leert me zo wat van belang is voor haar fysieke lichaam en haar wezen. Het maakt de dagen tot aan haar uitvaart nog bijzonderder.
En nu zijn we een jaar verder. Ik heb haar in dat jaar maar af en toe bewust gevoeld. Ze was zo snel helemaal op haar plek. Licht, vrij en blij. Het voelde helemaal goed.
Ik sluit vandaag een cyclus van een jaar af. Een jaar waarin haar sterven de start bleek te zijn van een ‘rite de passage’ voor mij. Zij heeft mij daarin het afgelopen jaar begeleid zonder dat ik het zelf wist. Vandaag mag ik door mijn poort stappen en Addie zal naast mij staan. Sterven en leven, samen. Ik ben dankbaar en laat een traan om Addie die niet meer in het fysieke aardse is.